Nieuwe normen voor straatverlichting Haarlem

25 november 2015


In Haarlem staan volgens Jan Visser van de Christen Unie veel lantarenpalen aan terwijl dat niet nodig is. Dit brengt hoge kosten met zich mee en zorgt voor lichtvervuiling. Daarom vraagt de partij om nieuwe normen omtrent straatverlichting in de stad.

Jan Visser: ‘Mooi dat op steeds meer plaatsen in de stad LED-verlichting komt, dat bespaart veel energie, maar het kan nog zuiniger. Jaarlijks kost de straatverlichting alleen al aan energie zo’n 6 ton. Als we hierop kunnen besparen dan is er meer geld voor het onderhoud van wegen en de aanleg van fietsvoorzieningen. Bovendien is het goed voor de natuur als we lichtvervuiling zoveel mogelijk voorkomen.’


Oplossingen

Er zijn meerdere oplossingen voor de problemen. Zo kan de straatverlichting op sommige plekken worden aangepast aan het tijdstip. Straatverlichting is namelijk vooral van belang in de ochtend spits en tot negen uur ’s avonds. Daarna kan de verlichting op veel plekken minder fel worden ingesteld. Op een aantal plekken in de stad is de verlichting uberhaupt te fel. ‘Er zijn straten die baden in het licht met 51 Watt LED verlichting terwijl een naastliggende straat met 14 Watt ruim voldoende heeft. Die keuze moeten we nu maken want de komende jaren wordt overal in de stad LED-verlichting geïntroduceerd. Daar wordt veel in geïnvesteerd, besteed dat geld dan ook zo slim mogelijk!’ aldus Visser.

Veiligheid
Als laatste zijn er ook nog plekken waar er straatlantaarns kunnen worden weggehaald, zonder dat het op die plek minder veilig wordt. Zo staan er op veel grasveldjes langs de weg aparte lantarenpalen terwijl deze ook al ruim worden verlicht door de lantaarns bij de straat.

Meldpunt
Om er achter te komen waar overbodige of te felle verlichting staat opent de partij een meldpunt voor de bewoners van Haarlem. Toen zo’n zelfde meldpunt werd geopend in Hengelo kwam de gemeente er achter dat er ruim 300 palen verwijderd konden worden. Visser: ‘In Haarlem staan nu circa 23.000 lantaarnpalen. Dat kan best iets minder.’

Bron: Dichtbij